.
Hoe vind je het juiste karatepak?
De term gi voor een karatepak komt oorspronkelijk van de Japanse term keikogi, wat de Japanse term is voor trainingspak. De Japanse term voor een trainingspak speciaal voor karate is dogi. Vooral in Europese landen werd dit vervolgens veranderd in bijvoorbeeld karate-gi en dus in de korte vorm gi, afhankelijk van de vechtsport. In de regel bestaat deze uit een jasje (uwagi), een broek (zubon) en een riem (obi). De snit en de stof variëren afhankelijk van de discipline. In de regel worden katoenen stoffen gebruikt, maar er zijn ook pakken die van gemengde stoffen zijn gemaakt omdat ze lichter zijn. Het materiaal wordt gespecificeerd in ons per vierkante meter stof. Eén ounce (OZ) komt overeen met ongeveer 33,9 gram per vierkante meter.
Karatepakken zijn meestal verkrijgbaar in drie verschillende modellen.
Traditioneel model
Bij dit type karatepak reiken de mouwen van het jasje tot aan de polsen en de broekspijpen tot aan de enkels. Deze pakken zijn meestal gemaakt van katoen of een gemengde stof met een hoog katoengehalte.
Kata snit
Hier zijn de mouwen van het jack korter gesneden en reiken ze meestal maar tot het midden van de onderarm. De broekspijpen zijn ook korter gesneden en moeten tot ongeveer het midden van de kuit reiken, terwijl de rok, d.w.z. het jasje zelf, langer is gesneden en meestal tot net boven de knie reikt.
Kumite snit
In een karatepak met deze snit reiken de mouwen van het jasje tot de polsen en de broekspijpen tot de enkels. Deze pakken zijn meestal gemaakt van een gemengde stof met een hoog percentage polyester en een laag percentage katoen. Dit maakt het pak licht en gemakkelijk om in te bewegen.